Nieuws

Wet excessief lenen: hoe zit het precies?

1 januari 2023 trad de Wet excessief lenen in werking. Bent u directeur groot aandeelhouder (DGA) en leent u meer dan € 700.000 van de bv, dan betaald u hier belasting in box 3 over. Het eerste peilmoment ligt op 31 december 2023. Voor 2024 wordt de grens van € 700.000 verlaagd naar € 500.000.

Als u schulden aan uw bv heeft die hoger zijn dan € 700.000, kunt u met gevolgen van deze wet te maken krijgen. Dit geldt niet alleen voor de schulden van de DGA zelf, maar ook voor de schulden van uw eventuele fiscale partner. Om te bepalen of de grens van € 700.000 wordt overschreden, worden de schulden van de DGA en de fiscale partner bij elkaar opgeteld. Eventuele vorderingen van de DGA op de bv mogen niet worden gesaldeerd. Er wordt alleen naar de schulden gekeken.

Tip: mogelijk is het verstandig om vóór 31 december 2023 deze vorderingen en schulden officieel met elkaar te verrekenen.

Schulden en de Wet excessief lenen

Alle civielrechtelijke schuldverhoudingen en verplichtingen tellen mee, zoals rekening-courantschulden en overige leningen. Een uitzondering geldt voor leningen voor de eigen woning. Ook indirecte schulden tellen mee. Denk hierbij aan schulden van fiscale partners, (groot)ouders of (klein)kinderen. Hebben zij schulden aan de bv, dan moet u deze schulden bij uzelf meetellen voor het deel van de schulden dat boven de € 700.000 uitkomt. Uiteraard geldt dit niet als deze personen zelf een aanmerkelijk belang in de bv hebben.

Voor eigenwoningschulden van de DGA aan de bv geldt een uitzondering. Deze tellen onder voorwaarden niet mee voor deze regeling. Het moet hierbij gaan om een schuld die voldoet aan de wettelijke bepalingen om renteaftrek in de inkomstenbelasting te krijgen. Bij eigenwoningleningen die vanaf 1 januari 2023 zijn aangegaan moet aan de bv een recht van hypotheek zijn verstrekt.

Tarief in box 2

Over het geleende bedrag boven € 700.000 betaalt u belasting in box 2. Het tarief in box 2 ligt in 2023 op 26,9%. Vanaf 2024 zijn in box 2 twee tarieven van toepassing. Over de eerste € 67.000 aan box 2-inkomen (voor fiscale partners is dat € 134.000) geldt een tarief van 24,5%, over het meerdere 33%.

Gevolgen bij latere aflossing schuld

Is in 2023 of één van de volgende jaren belasting betaald over het deel van de schulden boven de € 700.000, dan wordt de drempel van € 700.000 met dit deel van de schulden verhoogd. Dit voorkomt dat u elk jaar opnieuw over het surplus boven de € 700.000 belasting betaalt. Een latere aflossing van deze schulden leidt dan tot een negatief inkomen in box 2. Dit negatieve inkomen wordt verrekend met andere positieve inkomsten in box 2 in dat jaar of leidt tot een verlies in box 2. Dit verlies kan vervolgens verrekend worden met box 2-inkomen van het voorafgaande jaar of met box 2-inkomen van de zes opvolgende jaren. Let op dat het drempelbedrag op het peilmoment van 31 december 2024 wordt verlaagd van € 700.000 naar € 500.000.

Heeft u belasting betaalt over het surplus boven € 700.000, dan blijft de schuld in box 3 bestaan. Deze kunt u opvoeren in de aangifte inkomstenbelasting.